Het Duitse eiland Helgoland ligt ongeveer 70 km uit de kust buiten de territoriale wateren in de Noordzee. De kustlijn heeft hoge klippen die bestaan uit rood zandsteen. Op deze rotsen broeden veel vogels waaronder de jan-van-genten, zeekoeten, meeuwen en alken.
De jan-van-gent is een beschermende inheemse diersoort op grond van de Europese Vogelrichtlijn.
De jan-van-gent is een zeevogel met een groot gebied: onder andere de Noordzee en de Atlantische oceaan. Hij broedt in kolonies op richels en steile hellingen. Behalve in de broedtijd brengt de jan-van-gent zijn leven door op de volle zee. De jonge vogels trekken via Het Kanaal tot voor de West-Afrikaanse kust en de overige vogels blijven over zee en volgen de scholen met vis. Ze duiken van 10-40 meter hoogte steil het water in om vis te vangen, tot maximaal 25 meter diepte. De vogels broeden op klifkusten en richels. Ze broeden één ei van april tot en met mei. Bij verlies van het ei wordt er een nieuwe gelegd. De nesten bestaan uit zeewier, gras, veertjes en ook aarde. Plastic afval in zee, zoals stukken visnet, worden door jan-van-genten ook aangezien als nestmateriaal. Verstrikking daarin heeft fatale gevolgen. De jonge jan-van-gent vliegt na ongeveer 90 dagen uit. Hetzelfde nest wordt vaak meerdere jaren gebruikt door dezelfde vogels. In kolonies zijn ze erg luidruchtig, maar op zee tamelijk zwijgzaam.
Een paar High Key
en Low Key foto's van de jan-van-genten
Voor de nesten gebruiken de vogels veel materiaal uit zee, zoals wier maar ook veel plastic van de visnetten. De vogels kunnen hier verstrikt in raken met alle gevolgen van dien.
Samen met José
Het Eiland Düne:
Hier komen zeehonden voor, maar ook de eidereenden bivakkeren daar en de plevier. Het eiland hoort bij Helgoland en is ongeveer 40 hectare groot. Het eiland wordt door toeristen gebruikt en is het vliegveld van Helgoland. Er zijn drie startbanen en zolang het weer het toelaat, wordt er dagelijks gevlogen. Düne is te bereiken vanaf Helgoland met de boot, wat ongeveer 10 minuten duurt.